Afbeelding: Bram
Copyrights: Sjaak Hoogendoorn
Afbeelding: Bram
Copyrights: Sjaak Hoogendoorn
Wolven in Israël
Dat er wolven in Israël leven, zal niet iedereen weten. Toch is het zo. De Arabische wolf – kleiner en lichter dan de Europese grijze wolf – komt in Israël al decennialang voor. Niet in groten getale, maar wel als vaste soort in het landschap. En het interessante is: Israël gaat op een aantal punten veel zorgvuldiger met wolven om dan Nederland.
Door Werkgroep Wolf Leusden, 8 juli 2025
De Arabische wolf
De Arabische wolf (Canis lupus arabs) is een ondersoort van de grijze wolf. Het dier is aangepast aan droge, hete omstandigheden: kleiner, dunner, lichter van kleur. Je vindt deze wolven in gebieden als de Negevwoestijn, het Karmelgebergte, de Galilea, de Golanhoogten en in beschermde reservaten zoals Ein Gedi.
כל הזכויות שמורות לרמי אבולעפיה
De Israël Nature and Parks Authority (INPA) – de nationale organisatie voor natuurbeheer – schat het aantal wolven in Israël op 200 tot 300 individuen, verdeeld over ongeveer 25 tot 40 roedels. Dat zijn relatief kleine roedels: meestal een ouderpaar met jongen van één of twee jaar oud. Sommige wolven leven ook solitair of in losse verbanden.
Dat is een behoorlijk aantal – zeker als je bedenkt dat Israël slechts voor de helft van Nederland beslaat en even dicht bevolkt (NL 434 mensen per km²/IL 409 mensen per km²). Als je het aantal wolven daar afzet tegen de beschikbare ruimte, dan is duidelijk: Nederland is er nog lang niet wat betreft een duurzame staat van instandhouding. En dat terwijl de ecologische ruimte hier minstens zo groot is.
Jagen is sinds 1955 wettelijk verboden
Een belangrijk verschil met Nederland is dat jagen in Israël gewoon verboden is – en dat al sinds 1955. In dat jaar werd de Wildlife Protection Law aangenomen, die het jagen op wilde zoogdieren in principe volledig verbiedt. Alleen in zeer beperkte gevallen mag nog gejaagd worden op bepaalde vogelsoorten, met vergunning, en buiten beschermde gebieden. Voor wolven geldt een volledige bescherming.
Die seculiere wet is mede beïnvloed door de Joodse religieuze wet (halacha), waarin jacht eveneens verboden is – óók als het gebeurt onder het mom van ‘natuurbeheer’. Zelfs het doden van een wolf die een schaap heeft gepakt, terwijl je je afrastering niet op orde had, is volgens die religieuze wet niet toegestaan. De verantwoordelijkheid ligt dan bij de mens, niet bij het dier.
Andere omgang met wilde dieren
Israëli’s zijn bovendien veel meer gewend aan wilde dieren dan Nederlanders. Wilde dieren maken daar onderdeel uit van het dagelijks leven – ook op plekken waar mensen wonen. Dat betekent niet dat er nooit frictie is. Wel dat men anders reageert.
Een goed voorbeeld is wat er gebeurde in het reservaat Ein Gadi. Daar werden op een gegeven moment wolven bijgevoerd door mensen. Daardoor verloren ze hun natuurlijke schuwheid. Dat leidde tot een bijtincidentje. In Nederland zou dat vermoedelijk al genoeg zijn voor een ‘probleemwolf’-label en een spoedprocedure tot afschot. In Israël gebeurde iets anders: men greep in met paintball – een gedragscorrectie zonder dodelijke middelen. De wolven leerden opnieuw afstand houden. Geen dode dieren. Geen paniek.
Volgens een wolvendeskundige die het gebied en de natuur van Israël goed kent, was deze aanpak effectief én blijvend. En belangrijker nog: het werd überhaupt geprobeerd.
Nederland als contrast
In Nederland wordt de wolf voortdurend onderwerp van framing, juridisering en angstpolitiek. Terwijl we reeën, dassen en vossen nauwelijks nog als ‘wild’ beschouwen, is de wolf opeens het absolute andere. Maar ook een wolf is gewoon een wild dier. Net als een ree. Het is maar waar je de grens legt.
Israël laat zien dat het ook anders kan. Niet omdat het een wolvenparadijs is, maar omdat de basisregels duidelijk zijn: je doodt een dier niet zonder noodzaak, en zeker niet als reactie op een incident dat je zelf had kunnen voorkomen.
Tot slot
Wie in Nederland over 'beheer' begint zodra er een wolf wordt gesignaleerd, zou zich eens moeten afvragen waarom dat hier zo vanzelfsprekend is – en in Israël al sinds 1955 wettelijk verboden. Misschien is het tijd om te herijken wat we onder natuur verstaan. En wat onze eigen rol daarin is.