We trotseren bergen, stormen en haaien – maar een wolf?

Wij Nederlanders kunnen bestempeld worden als een apart volkje. Moedig en onverschrokken, zoals we zelf zeggen te zijn, zoeken we tijdens de vakantieperiode bewust of onbewust het gevaar op. We houden van een uitdaging, en het liefst zo extreem mogelijk. Een risico gaan we niet snel uit de weg. En als daar ellende van komt, dan nemen we dat voor lief.

Door onze vrijwilliger Hans van de Pol

We stappen op een racefiets, zwoegen en puffen met gierende hartkleppen de berg op, en vervolgens laten we ons op dezelfde berg met tachtig per uur weer naar beneden storten. En als er sneeuw ligt, binden we de lange latten onder, laten ons in een gammele stoeltjeslift naar grote hoogte voeren, en suizen over een pikzwarte piste weer naar beneden, zelfs als we niet kunnen skiën. Geen probleem, we doen het gewoon!

We laten ons vaccineren met een waslijst aan bestrijdingsmiddelen tegen de tropenkolder, verkassen naar de tropen en hobbelen tijdens een safari in een blikken koektrommel op vier wielen over de savanne tussen buffels, olifanten, leeuwen en neushoorns. Of we trekken in korte broek, T-shirt en op teenslippers de jungle in, bewapend met een fotocamera op jacht naar berggorilla’s, en last but not least, de malariamug. Fantastisch toch!

We trekken de schaatsen al aan na twee nachten met matige vorst en klunen daarna over een dun laagje ijs nat tot aan de oksels van wak naar wak. Of we duiken tijdens een warme zomer in een rivier met tonnen aan fosfaat, blauwalg en PfAS, zwemmen onzichtbaar tussen snelle speedboten, surfplanken en binnenvaartschepen, om er daarna wonderwel weer ongeschonden uit te klauteren. Schitterend!

We springen uit vliegtuigen met een alleen een rugzak waar vermoedelijk een parachute in zit. Of we staan in een rieten mandje op maximaal vijfhonderd meter hoogt hangend aan kolossale ballon gevuld met hete lucht. Gewoon heerlijk!

We hangen aan deltavleugels, springen van een kliffen, klauteren tegen steile bergwanden op en zeilen weer omlaag, zwemmen met haaien, peddelen in kano’s op wild stromende rivieren…

Je kunt het zo gek niet verzinnen, of we doen het. Alles voor de kick! Maar als we zoveel durven en doen, elk risico aanvaarden en bewust het gevaar opzoeken, waarom zijn we dan zo bang voor de wolf?