Afbeelding: "Bram".
Copyrights: Sjaak Hoogendoorn
Afbeelding: "Bram".
Copyrights: Sjaak Hoogendoorn
Oud-boswachter André Donker pleit voor nuance in de discussie rondom de wolf
‘Alles wat om de wolf heen gebeurt, is interessanter dan het dier zelf’
Na meer dan een eeuw van afwezigheid is de wolf terug in Nederland. Zijn terugkeer leidt tot grote verdeeldheid. Volgens oud-boswachter en wildlife docent André Donker draait de discussie niet om de wolf, maar juist om ons: ‘We zijn geneigd om bij incidenten direct naar de wolf te wijzen.’
Door Eline te Velde
André Donker herinnert zich zijn eerste ontmoeting met een wolf alsof het gisteren was. ‘Het was een zondagochtend in 2019. Mijn vrouw en ik fietsen over de Veluwe en na een pauze met koffie en broodjes blijven we nog een poosje zitten in de hoop een wolf te zien. Mijn vrouw stapt weer op de fiets en ik scan nog één keer het veld voor ons. Plots komt daar door de glooiende heuvels in een rechte lijn een wolf langzaam naar ons toelopen. De reu gaat op ongeveer 150 meter afstand voor ons zitten en kijkt ons minutenlang recht aan. Deze ontmoeting staat op mijn netvlies gebrand. Zo waanzinnig mooi.’
Tijdens zijn veertig jaar bij Natuurmonumenten speelde Donker een belangrijke rol bij natuurherstelprojecten, zoals het project Marker Wadden. Tegenwoordig deelt hij zijn kennis als schrijver en wildlife docent op een mbo-school. Zijn inzet voor natuurbehoud gaat verder dan de wolf: ‘Ik heb me 43 jaar lang sterk gemaakt voor een gezonde leefomgeving. Iedereen heeft baat bij een schone lucht, schoon water en een leefbare wereld. Maar natuurbehoud botst vaak met economische belangen, zoals landbouw en infrastructuur. Mijn overtuiging is dat een gezonde economie niet zonder een gezonde ecologie kan.’
Vorig jaar verscheen zijn boek Wolf en Maatschappij, waarin hij de verhitte discussie rondom de wolf in perspectief plaatst. Hij hoopt de lezer vooral een flinke dosis relativeringsvermogen mee te geven: ‘Negentig procent van de Nederlanders gaat nooit een wolf zien en 98 procent krijgt nooit schade door de wolf. Ter vergelijking: jaarlijks worden 150.000 mensen door honden gebeten, van wie dertig procent medische hulp nodig heeft.’
Diepgewortelde angst
Het negatieve imago van de wolf wordt al eeuwenlang gevoed door verhalen, mythen en films. Volgens Donker zit dat beeld diepgeworteld in onze cultuur. ‘Van sprookjes als Roodkapje tot films waarin wolven worden neergezet als bloeddorstige roofdieren – het zijn allemaal misvattingen.’ Hij wijst erop dat deze fictieve verhalen niets te maken hebben met de werkelijkheid. ‘Internationale studies laten keer op keer zien dat wolven geen gevaar vormen voor mensen. Maar die angst zit diep in ons collectieve geheugen.’
Die diepgewortelde angst leidde eeuwenlang tot vervolging van de wolf. In heel Europa werden wolven afgeschoten en vergiftigd, totdat het dier zo’n 150 jaar geleden volledig uit Nederland verdween. Pas toen de wolf eind jaren ’70 wettelijke bescherming kreeg, kreeg hij de kans om terug te keren. Vanaf 2015 werden de eerste wolven weer gespot en in 2019 werden op de Veluwe de eerste welpen geboren. Nederland telt nu elf roedels en het aantal wolven schommelt tussen de 102 en 124.
Wie betaalt de prijs?
Volgens BIJ12, de instantie die de monitoring van de wolf in Nederland coördineert, zijn er vorig jaar bijna 600 incidenten gemeld waarbij wolven betrokken waren. Deze incidenten hebben geleid tot de dood van ruim 1800 dieren, voornamelijk schapen. Donker wijst erop dat incidenten met vee vaak het gevolg zijn van menselijke nalatigheid: ‘We zijn geneigd om bij incidenten direct naar de wolf te wijzen. Maar in het Besluit Houders van Dieren staat dat je verplicht bent om je dieren te beschermen tegen roofdieren.’ Helaas gebeurt dit in veel gevallen niet. Een wolfwerend raster bouwen kost tijd en geld, maar zonder bescherming ben je als schapenhouder in overtreding.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor de handhaving van het Besluit Houders van Dieren. Eind vorig jaar heeft zij een schapenhouder voor het eerst een officiële waarschuwing gegeven voor nalatigheid bij het beschermen van zijn schapen. Veel te laat, als het aan Donker ligt: ‘De wolf is al sinds 2019 terug in Nederland, en nu pas treedt de NVWA op.’ Veehouders hebben bij schade door een wolf recht op een tegemoetkoming van maximaal twee keer de taxatiewaarde van het verloren dier. ‘Uiteindelijk betaalt de belastingbetaler de rekening voor de schade’, voegt hij toe.
Is afschieten de oplossing?
Sinds 1979 is de wolf strikt beschermd onder het Verdrag van Bern. EU-lidstaten moeten zijn leefgebied beschermen en er geldt een verbod op het vangen, doden of verstoren van de dieren. Vorig jaar september stelde de EU voor om de status te verlagen van “strikt beschermd” naar “beschermd”. Dit voorstel is inmiddels aangenomen en treedt naar verwachting begin dit jaar in werking. Met deze statusverandering krijgen lidstaten meer vrijheid om maatregelen te treffen voor het beheer van de wolf.
Dat betekent niet dat wolven zomaar afgeschoten mogen worden, verduidelijkt Donker. Bovendien werkt afschot volgens hem averechts. ‘De alfa-wolvin houdt de roedel in balans door te voorkomen dat jongere wolvinnen loops worden en welpen krijgen. Wanneer de alfa-wolvin wordt gedood, raakt de sociale structuur verstoord. ‘Jonge wolvinnen gaan zich dan voortplanten en dit leidt tot een snellere groei van de populatie’, legt hij uit. Daarnaast zorgt verstoring van de roedel ervoor dat jonge, onervaren wolven zich verspreiden en dichter bij bewoonde gebieden op zoek gaan naar voedsel.
Een goed beheerplan is de sleutel, zegt Donker. Hij legt uit dat in sommige gebieden, zoals Noord- en Zuid-Holland of delen van Friesland, roedels niet wenselijk zijn. ‘Daar heb je veel beschermd cultuurlandschap en in sommige gevallen is het niet mogelijk een wolfwerend raster te plaatsen. Als een wolf daar langere tijd verblijft, kun je een afschotvergunning overwegen om roedelvorming te voorkomen. Tegelijkertijd moeten we accepteren dat wolven overal kunnen opduiken. Ze leggen 35 tot 40 kilometer per nacht af, dus verrast zijn als we een wolf zien, is niet meer van deze tijd.’
Ruimte voor de wolf
‘Ruimte is er genoeg, de vraag is of we die willen geven’, stelt Donker resoluut. Dankzij de natuurbeschermingswet uit 1967 is de natuur de afgelopen decennia hersteld en daar plukken we nu de vruchten van. Het aantal zoogdieren in Europa neemt flink toe, wat de voedselomstandigheden voor wolven sterk verbetert. ‘Als je enkel kijkt naar voedsel was er in 1900 in heel Nederland plek voor drie volwassen wolven. Nu er is op de Veluwe alleen al ruimte voor negentig.’
Zijn relativerende houding levert Donker niet altijd lof op. ‘Mensen verwijten me dat ik een voorstander ben van de wolf. En dat ben ik ook. Maar uiteindelijk kijk ik enkel naar de regels. We hebben met elkaar afgesproken dat we de wolf moeten beschermen. Als de regels veranderen, dan zou ik dat jammer vinden, maar ik kan me daar niet tegen verzetten.’
Donker blijft optimistisch over de toekomst van de wolf. ‘De weerstand neemt vanzelf af. Media-aandacht wakkert het debat nu aan, maar over een paar jaar is dat voorbij’, zegt hij. Hij gelooft dat mensen tijd nodig om te wennen aan deze nieuwe situatie. ‘Als je kijkt naar alles wat er in de wereld speelt, dan stelt het wolvendossier weinig voor. De reacties, de polarisatie – en alles wat er om de wolf heen gebeurt, is eigenlijk interessanter dan het dier zelf.’